‘De Zwarte Cross is een bizarre mix van motorcross, muziek, stunts, theater, humor en veel gekte en spektakel‘, luidt de eerste zin op de website. En daarmee is niets te veel gezegd. Een bizarre mix is het zeker. Ook al heb ik het festival op het huidige feestterrein nog nooit bezocht, van fanatieke bezoekers uit onze vrienden- en familiekring, hoor ik precies dezelfde geluiden: ‘geweldig’, ‘groot’, ‘gezellig’, ‘te gek’ en ‘niet normaal wat je allemaal ziet’. De organisatie streeft er elk jaar naar voor jong en oud een bijzonder festival neer te zetten waarbij plezier en gezelligheid voorop staan. Een geweldig promotie van de Achterhoek waar het festival plaatsvindt. En daar hebben ze nog eens een schepje bovenop gedaan door een verhalenboek in het Achterhoeks dialect samen te stellen.
Tante Rikie’s onmundig mooie verhalenboek is een verzameling van ruim twintig verhalen van muzikanten, dichters, theatermakers, schrijvers, taalpuristen en een voetballer. Onder het motto een gesproken taal is een levende taal wil de organisatie met dit boek de streektaal levend houden. Het boek was niet alleen dit weekend te koop tijdens de Zwarte Cross (ik heb er één!) maar wordt in september ook op iedere Achterhoekse basisschool gratis bezorgd.
Ik zie het al helemaal voor me. Een klas vol kinderen die aandachtig luisteren naar de juf die net heeft aangekondigd dat ze een verhaal wil voorlezen. De juf begint te lezen en de kinderen kijken elkaar vertwijfeld aan. De een herkent wat woorden van thuis of van opa en oma, de ander kijkt vragend om zich heen, vraagt zich af welke taal dit is en waar het in godsnaam over gaat. En de juf doet haar best de woorden in één keer goed uit te spreken. Dialect spreken of verstaan is één ding maar dialect lezen is een heel ander verhaal. Nieuwe klanken en lettercombinaties zoals ö, oa en ea in bijvoorbeeld pröttel, moan en kearls. Daar moet je aan wennen, dat lees je niet in één keer vloeiend.
Ook daar is over nagedacht door in het veurweurd een oproep te doen aan de lezers om zich aan te melden als voorlezer bij de lokale school. Maar bij gebrek aan voorlezers wagen leerkrachten zich hopelijk ook aan het dialect. Zou een mooie uitdaging voor ze zijn. En ook voor de leerlingen die hun best moeten doen er wat van te begrijpen. ‘Mama, de juf heeft vandaag een verhaaltje voorgelezen over Brönnes de beer, die woonde in het Hummelse bos en at beazen, brummels en kikvösse!’ Leuk om mee thuis te komen!
Vol enthousiasme vertelde de sponsorman van de plaatselijke voetbalclub mij zijn verhaal: ‘Ik heb een idee voor een nieuw clubblad. Niet zomaar een clubblad maar een glossy magazine met verhalen over de inwoners van onze gemeenschap en natuurlijk met een deel over de voetbalclub. We gaan het huis aan huis verspreiden dus zo’n 2500 stuks.
Ruim op tijd arriveerden we bij het Beatrix Theater. Tijd genoeg dus voor een drankje en een snelle hap in het theatercafé. Voor een versgebakken pizza was er echter te weinig tijd liet de serveerster ons weten. Het was te druk om die in de komende 45 minuten klaar te maken. Gelukkig bood de menukaart
‘Het leven is gewoon te zwaar voor mij.’ Een schokkende conclusie van de 49-jarige Marco, een van de deelnemers van het nieuwe tv-programma ‘Zeg eens B’ dat twee weken geleden bij de NPO van start ging. ‘Zeg eens B’ geeft een kijkje in het leven van acht Nederlanders die dagelijks worstelen met hun laaggeletterdheid. Marco
Isabella is van Spaanse afkomst en al jaren getrouwd met een Nederlandse man. De afgelopen jaren woonden ze vanwege zijn werk in Spanje. Hij spreekt vloeiend Spaans waardoor zij nooit Nederlands heeft geleerd. Sinds een paar maanden wonen ze in Nederland waar Isabella zich geïsoleerd voelt. Ze beheerst de taal niet. Dat is ook de
