Het was maandagochtend en het nieuws over de schietpartij in een tram in Utrecht had mij nog maar net bereikt of ik ontving een uitnodiging voor een bijeenkomst in dezelfde stad. Weliswaar zou dat pas twee weken later plaatsvinden, maar het was toch in dezelfde stad. En dat zat me eerst niet zo lekker. Ook al weet ik wel dat de stad groot is, een schietpartij overal kan plaatsvinden en ik me vooral niet door angst moet laten leiden. Die laatste gedachte was heel sterk. En dus meldde ik me binnen een uur aan voor de bijeenkomst. Afgelopen week was het zo ver en reisde ik er per trein naar toe. Na afloop keerde ik een flink stuk wijzer maar bovenal veilig huiswaarts.

Het verhaal is helaas niet nieuw maar deze keer grijpt het me meer aan dan eerdere soortgelijke verhalen.

Een paar dagen later zie ik bij Jinek een interview met de broer en vriendin van een jongen die twee jaar geleden in onze hoofdstad is vermoord door een man die niet vrij had mogen zijn. Vervuld van verdriet, verbijstering en vooral ongeloof vertellen zij hoe dit heeft kunnen gebeuren, hoe hij zo maar willekeurig slachtoffer werd. Twee journalisten aan tafel praten mee over wat er moet veranderen in het rechtssysteem in ons land om dit voor eens en voor altijd te voorkomen. Het verhaal is helaas niet nieuw maar deze keer grijpt het me meer aan dan eerdere soortgelijke verhalen. Deze keer is het slachtoffer een oud-klasgenoot van me en zie ik op de foto’s die van hem worden getoond nog precies die jongen terug van de middelbare school. Weinig veranderd, alleen wat ouder. En inmiddels vader. Nee, ik laat me niet leiden door angst maar soms komt geweld wel heel dichtbij en realiseer ik me hoe kwetsbaar we zijn. En dan lijkt alleen thuis een veilige plek.

Zondagmorgen, zeven uur. Dochterlief van acht jaar speelt met het ziekenhuis – inclusief brancards, bloedzakken, infuuspompen, dokters en patiënten – dat ze voor haar verjaardag heeft gekregen. Terwijl ik halfwakker naar de keuken loop, hoor ik haar tegen haar zusjes zeggen: “En dan doen we dat dit Willem Holleeder is. Dat is een hele grote crimineel. Hij komt dan naar de balie van het ziekenhuis en wil wat stelen. Ok?” Zonder hun antwoord af te wachten, pakt ze het poppetje met het stoppelbaardje en donkerblauwe kleding op en zet hem bij de balie neer alsof het de gewoonste zaak van de wereld is dat Willem Holleeder in hun spel wordt betrokken. En ik weet dat ze gelijk heeft. Laat je niet leiden door angst.

Gerelateerde berichten

  • Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast

  • Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken

  • Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was

  • “Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger,