“Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger, prinses, vlinder en regenboog.

“Je kunt hier makkelijk verdwalen.”

Van het schminken lopen we door naar het springkussen. Laarzen uit, even springen en laarzen weer aan want we willen met de pluktrein mee. Achter de grote schuur staan we geduldig bij de halte te wachten. Zo ver als ik kan kijken, zie ik fruitbomen. En voor me, naast de schuur, staan de appelkisten torenhoog opgestapeld. Even waan ik me ver weg van de bewoonde wereld want terwijl we hier dichtbij de doorgaande weg staan, hoor ik geen verkeer. De natuurlijke geluidswal van fruitbomen doet zijn werk.
In de verte horen we het geluid van de trekker en even later klimmen we met twee volwassenen en vijf kinderen in een van de grote appelkisten achter de trekker. “Goed voorbeeld doet goed volgen”, zegt de gastvrouw met een glimlach terwijl ze een vrouw op haar rug tikt om haar erop te wijzen dat ze moet zitten zodat haar kinderen ook gaan zitten. De trein begint te rijden. Een lange rij vol ontelbare appelbomen met trossen vol rode appels schieten voorbij. Dan buigen we rechtsaf en rijden even evenwijdig met de weg die van ons gescheiden wordt door een strook bloeiende wilde bloemen. Ik zie gele, oranje en vele paarstinten, een koolwitje hopt van bloem naar bloem. Mijn bovenbenen beginnen te knellen van mijn ongemakkelijke hurkhouding en ik laat me toch maar op mijn billen zakken als we een nieuwe rij inslaan. Ontelbare perenbomen schieten nu aan me voorbij en tussen de bladeren door zie ik een paar rijen verderop een vrouw op een stoel staan om aardbeien te plukken. Als we na een paar honderd meter afbuigen naar rechts duikt aan de linkerkant opeens een metershoge haag op. Tussen de pas gesnoeide takken zie ik een wagen staan volgeladen met beregeningsbuizen. Pff, je zult deze enorme percelen maar moeten besproeien, bedenk ik me ineens. “Je kunt hier makkelijk verdwalen”, hoor ik de kinderen tegen elkaar zeggen. Maar daar heeft de machinist geen last van en we slaan weer af in een rij vol appelbomen. De treinreis eindigt bij de opstaphalte waar zich inmiddels een nieuwe groep passagiers heeft verzameld die klaar staan voor een rit door het frisse groen.
We lopen naar het begin van de rijen met perenbomen waar een jongeman met weegschaal en een enorme voorraad tassen, bezoekers uitnodigt om zelf te plukken. We vragen een tas, plukken een paar kilo peren bij elkaar en rekenen het gewicht in euro’s af. Zo’n treinreis maakt hongerig.

Gerelateerde berichten

  • Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast

  • Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken

  • Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was

  • Als ik bij de oprit kom aanlopen, springt de Achterhoek-sticker achterop de auto mij meteen in het oog. Hoe mijn interview met dit echtpaar zo ook verloopt, ze zijn ieder geval trots op hun woonomgeving. “Die deur gebruiken we niet”, zegt de man met een glimlach als hij de achterdeur voor me opent nadat ik