Het werd al lang van te voren aangekondigd door de deskundigen en om me heen hoorde ik erover. Er is mooi weer in aantocht. Zomerse temperaturen. Wel een week lang. Iedereen verheugde zich erop alsof het wel een keer tijd werd en we er gewoon recht op hadden. We hadden er lang op gewacht want zelfs aan het begin van de meteorologische lente hing de ijzige kou nog in de lucht en zat de vorst in de grond. Maar nu was het dan eindelijk zover. “Kunnen we vandaag blote benen?”, wordt mij al een paar ochtenden bijna in drievoud gevraagd. Naarmate de week vordert, de temperatuur stijgt en ik op die vraag eindelijk volmondig ‘ja’ kan zeggen, straalt het geluk van hun gezichten af ondersteund door een luid gejuich. Dat het ’s morgens vroeg nog best fris is buiten en het kippenvel op hun benen te voorschijn komt, doet hen niks.
Als we ’s morgens het dorp verlaten, zie ik de zon aan de rechterkant opkomen boven al het groen van de Tolstraat en de Torenallee. De stralen reiken ver en verblinden me soms terwijl ik een paar eenzame fietsers op de Zomerweg passeer. Aan weerskanten worden we omgeven door velden met gele bloemen. En in de verte zie ik er nog een. Mosterdzaad herinner ik me van vorig jaar, het jaar daarvoor en misschien ook al wel het jaar daarvoor. Opeens waren deze akkers ingezaaid met een ander gewas. Een gewas dat ik nog niet kende maar wat direct opviel en wat ik nu niet meer vergeet. Een paar weken in het voorjaar als de bloemen uitbundig geel kleuren, waan ik me op dit stukje van ons dorp in het buitenland en komt het vakantiegevoel vanzelf bovendrijven. Het hoeft niet eens heel warm te zijn maar met die geel gekleurde velden lijkt de dag meteen een stuk zonniger. Er is nu volop zon en de zonnestralen weerkaatsen op de bloemen en geven me dat zomerse gevoel terwijl het pas april is. De vakantie is nog ver weg maar lijkt zo binnen handbereik.
De hele week verliep zonnig. Met zonnebrand ingesmeerde kinderen die middagen doorbrachten in de speeltuin en daardoor met zandarmpjes, zandbeentjes en rode koppies huiswaarts keerden. Met waterpret in de achtertuin en een grote vraag naar waterijsjes. Meer dan het aanbod van onze diepvries. Met zomerse outfits, slippers en hoge temperaturen tijdens de Koningsspelen. Met fietstochtjes naar zo maar ergens en weer terug.
Vandaag is het voorlopig de laatste dag mooi weer dus we nemen het er nog even van. Na een middag genieten, rijden we tijdens de eerste regendruppels weer naar huis. Al snel vegen de ruitenwissers in hoog tempo de druppels èn hagelstenen van de voorruit. Geen zon meer te zien. Wolken hebben nu de overhand. We passeren de gele velden die er opeens een stuk minder mooi bij liggen. Het lijkt wel of de bloemen hun kopjes laten hangen. En ik besef dat het zomerse gevoel voorbij is en de vakantie echt nog even op zich laat wachten.
Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast
Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken
Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was
“Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger,
