Isabella is van Spaanse afkomst en al jaren getrouwd met een Nederlandse man. De afgelopen jaren woonden ze vanwege zijn werk in Spanje. Hij spreekt vloeiend Spaans waardoor zij nooit Nederlands heeft geleerd. Sinds een paar maanden wonen ze in Nederland waar Isabella zich geïsoleerd voelt. Ze beheerst de taal niet. Dat is ook de reden dat ze geen werk kan vinden en zich maar met moeite kan redden in bijvoorbeeld de supermarkt.
Een lange gedekte tafel vol met heerlijke broodjes, beleg, koffie, thee en sap. In de bibliotheek! En zo’n vijftien aanwezigen die daar met elkaar lunchen en praten over taal. Geen alledaagse beeld maar dat was afgelopen maandag wel de setting in de bibliotheek in Doesburg. En in zo’n 300 andere Gelderse bibliotheken.
De aanleiding voor deze zogenaamde taallunches was de Week van de Alfabetisering. Deze hele week organiseerde de Stichting Lezen & Schrijven door heel Nederland activiteiten rond het belang van lezen en schrijven. Uit interesse had ik me ook aangemeld voor de lunch en at zo een broodje met taalmaatjes en deelnemers. Een taalmaatje is een vrijwilliger die de Nederlandse taal goed beheerst en die gekoppeld is aan een deelnemer, iemand die de Nederlandse taal beter wil leren spreken, schrijven en begrijpen. Samen gaan ze wekelijks oefenen met woorden, zinnen en verhaaltjes. Soms lezen ze een boek, een andere keer koken ze samen aan de hand van een recept of doen ze samen boodschappen. De activiteiten die ze ondernemen, stemmen ze onderling af op basis van de behoeften en interesses van de deelnemer want leren lezen en schrijven moet natuurlijk ook nog een beetje leuk blijven.
Martijn is zesendertig en kan niet goed lezen en schrijven. School vond hij vroeger maar niets. De leraren vonden hem onhandelbaar, een dwarsligger. Uiteindelijk werd hij van school gestuurd. Nu is hij al jaren werkloos en heeft hij er dagelijks last van dat hij slecht kan lezen en schrijven.
In Nederland lopen 1,3 miljoen laaggeletterden rond. Ik schrok van dit aantal maar toen tijdens de lunch dit filmpje werd getoond, werd me snel duidelijk dat laaggeletterdheid erin sluipt en zonder hulp van buitenaf niet zomaar verdwijnt. Laaggeletterden ondervinden dagelijks problemen. Want hoe maak je bijvoorbeeld een boodschappenlijstje als je niet kunt schrijven? En hoe weet je hoe je medicijnen moet gebruiken als je de bijsluiter niet kunt lezen? Taal leren begint met voorlezen werd nogmaals benadrukt tijdens de lunch. Elke dag een kwartier.
Ik breng zo onze twee peuters naar bed. Zoals iedere avond lees ik ook vanavond een verhaal voor. Ze genieten er altijd allebei van. Plaatjes kijken, dingen aanwijzen, benoemen of gewoon naar het verhaal luisteren. Gelukkig maar dat ze het leuk vinden want het begint met lezen.
Vol enthousiasme vertelde de sponsorman van de plaatselijke voetbalclub mij zijn verhaal: ‘Ik heb een idee voor een nieuw clubblad. Niet zomaar een clubblad maar een glossy magazine met verhalen over de inwoners van onze gemeenschap en natuurlijk met een deel over de voetbalclub. We gaan het huis aan huis verspreiden dus zo’n 2500 stuks.
Ruim op tijd arriveerden we bij het Beatrix Theater. Tijd genoeg dus voor een drankje en een snelle hap in het theatercafé. Voor een versgebakken pizza was er echter te weinig tijd liet de serveerster ons weten. Het was te druk om die in de komende 45 minuten klaar te maken. Gelukkig bood de menukaart
‘Het leven is gewoon te zwaar voor mij.’ Een schokkende conclusie van de 49-jarige Marco, een van de deelnemers van het nieuwe tv-programma ‘Zeg eens B’ dat twee weken geleden bij de NPO van start ging. ‘Zeg eens B’ geeft een kijkje in het leven van acht Nederlanders die dagelijks worstelen met hun laaggeletterdheid. Marco
‘De Zwarte Cross is een bizarre mix van motorcross, muziek, stunts, theater, humor en veel gekte en spektakel‘, luidt de eerste zin op de website. En daarmee is niets te veel gezegd. Een bizarre mix is het zeker. Ook al heb ik het festival op het huidige feestterrein nog nooit bezocht, van fanatieke bezoekers uit
