‘Wat vind je hiervan?’ vraagt het meisje aan de jongen die naast haar staat. Ze toont hem een kort roze geruit jurkje met een aangesnoerd bovenlijfje van bruine suède. Het doet mij denken aan Heidi aus Tirol. De jongen lacht en zegt verder niets. Hij neemt haar vraag duidelijk niet serieus. En ik vraag me eigenlijk ook af of het wel serieus bedoeld was. Hoewel ik haar al wel zag lopen in het jurkje. Het haar in twee lange vlechten. Maar hij ziet er de lol niet zo van in en spoort haar aan verder te lopen. Langzaam verdwijnen ze uit mijn zicht.

Ik kijk naar de rekken met accessoires. Kroontjes, kettingen, armbanden, toverstafjes, boa’s, hoedjes, handschoenen, pruiken natuurlijk….. er is zoveel. Ik ben duidelijk niet de enige in de stad deze zaterdagmorgen. Om mij heen staan vooral jonge meiden giechelend te graaien tussen de carnavalskleren. Even ben ik weer afgeleid door alle geluiden van mensen die de afdeling op- en aflopen. Dan besluit ik toch echt een keuze te maken. Het toverstafje gaat mee en het zilveren kroontje met gekleurde steentjes met dito oorbellen en kettingen.

Aan zijn gezicht is wel af te lezen dat
het allemaal niet zo gaat zoals hij graag zou willen.

De jongen aan de kassa zegt me vriendelijk goedemorgen en scant de artikelen. Het apparaat piept niet en hij probeert het nog een keer. Zijn gezicht betrekt en zonder iets te zeggen loopt hij naar het rek met accessoires waar ik zo-even ook voor stond. Verbaasd sta ik om me heen te kijken. Achter mij vormt zich een rij met klanten die ook hebben ingeslagen voor het carnaval. Het duurt even voordat de jongen komt teruglopen. In zijn handen heeft hij eenzelfde kroontje als op de toonbank ligt. Hij scant het artikel maar zegt nog steeds niets. Aan zijn gezicht is wel af te lezen dat het allemaal niet zo gaat zoals hij graag zou willen. Een beetje ongeduldig en nieuwsgierig vraag ik hem of hij niet gewoon de prijs van 3,49 euro kan intoetsen. Zonder op te kijken van de kassa, antwoordt hij mij: ‘Hij pakt de barcode niet.’ Dat is toch geen antwoord op mijn vraag schiet er meteen door mij heen. Ik probeer het nog een keer. ‘Nee, ik bedoel of je niet gewoon 3,49 kunt intoetsen als prijs.’ Maar mijn opmerking gaat geheel aan zijn oren voorbij want hij heeft alleen maar oog voor de kassa, het scanapparaat en de prijssticker op het kroontje.

Het gebeurt me vaker dat ik in een winkel een medewerker wat vraag en een antwoord krijg dat eigenlijk niet echt een antwoord is. Begrijp me niet verkeerd, ik bewonder de gedrevenheid en de wil van de jongen in kwestie om de prijs van het artikel gescand te krijgen. Maar hij had me op dat moment meer geholpen door zijn handelingen toe te lichten of in ieder geval contact met mij te maken in die paar minuten dat ik daar doelloos bij de kassa stond.

Door een klantvraag goed te beantwoorden of iets uit te leggen op een manier waarop de klant het begrijpt, maak je pas echt contact. Daarmee begint in mijn ogen je relatie met de klant. Ik kan een website of brochure zo schrijven dat iedere concurrent of collega van je zich aangesproken voelt. Of ik kan de tekst zo schrijven dat je potentiële klant zich aangesproken voelt, de behoefte die wordt beschreven herkent en contact met je zoekt voor de oplossing. En dat is toch tenslotte wat je wilt? Soms moet je je taalgebruik iets aanpassen aan je doelgroep. Daar is niets mis mee en je krijgt er een hoop klanttevredenheid voor terug.

 

 

 

 

Gerelateerde berichten

  • Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast

  • Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken

  • Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was

  • “Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger,