Heel af en toe doe ik het zelf ook. Omdat ik haast heb. Of gewoon omdat ik snel een antwoord wil. In plaats van voluit ‘even’ in te tikken op mijn mobiel, typ ik ‘ff’. Maar dat is dan eigenlijk ook de enige foutieve schrijfwijze die ik hanteer voor een woord. En ook alleen in een sms’je of appje, nooit in een e-mail.  ‘Thx’, ‘suc6’ of ‘hoest’ zul je van mij niet ontvangen. Laat staan dat ik werkwoorden verkeerd spel omdat ik daar bij communiceren via de mobiel minder waarde aan zou hechten.

Ik snap ook wel dat mijn drang naar correct taalgebruik niet iedereen boeit. En dat hoeft ook niet. Maar ik vraag me wel eens af in hoeverre zo’n schrijver zijn stijl doorvoert. Weet hij hoe het wel moet en wanneer het goed moet? Als je regelmatig woorden anders schrijft, afkort of verkeerd spelt, omdat je niet wordt beoordeeld op de spelling van je boodschap, kan het toch bijna niet anders dan dat je vergeet of in ieder geval dieper moet nadenken over de juiste spelling wanneer het er echt toe doet? Het voor mij verrassende antwoord op deze vraag las ik in de Taalcanon: mensen zijn blijkbaar zo goed in het heen en weer schakelen tussen verschillende communicatiestijlen dat ze prima in staat zijn te beoordelen wanneer ze een informele schrijfwijze kunnen hanteren en wanneer de standaardtaal gewenst is.

Een geruststellende gedachte. De taal loopt dus geen gevaar.  Maar hoe zit het dan met het omschakelen als je twee talen spreekt? In Friesland bijvoorbeeld waar burgers sinds begin dit jaar het recht hebben om te kiezen welke taal ze gebruiken, Nederlands of Fries. In contacten met de provincie, gemeente of in de rechtszaal mag een Fries nu zelf bepalen welke taal hij spreekt. Hartstikke fijn voor Siert en Baukje Abma uit Rinsumageest  dat ze nu dagelijks in hun eigen taal – nee, dialect mag je het echt niet noemen – zich verstaanbaar kunnen maken. Niet meer hoeven om te schakelen naar het Nederlands als ze contact hebben met een gemeenteambtenaar. En misschien ook wel hartstikke fijn voor hun dochter Sytske van veertien Friese lentes jong dat ze overal – binnen de provinciegrenzen uiteraard – de taal van thuis kan spreken. Zou Sytske met haar vriendinnen ook in het Fries appen vraag ik me dan af? En hanteren ze daarbij dan ook hun eigen afkortingen en gedoogde foute spelling?  Dat lijkt me knap ingewikkeld. De Fryske Akademy vroeg zich dat ook af en is een online-onderzoek gestart naar het taalgebruik van Friestaligen op social media. De vragen worden gewoon in het Nederlands gesteld maar de prijzen die verloot worden onder de deelnemers zijn uiteraard typisch Fries.

Ik ben benieuwd hoe de taal op social media zich de komende jaren ontwikkelt en of omschakelen over, laten we zeggen, een jaar of tien nog steeds vlekkeloos verloopt. Want dan hebben mijn eigen dochters ongeveer de leeftijd bereikt waarop ze een mobieltje krijgen en er actief mee zullen communiceren. Gelukkig laat dat nog even op zich wachten en nemen ze nu nog genoegen met een goedkoop speelgoedexemplaar.


Welke woorden schrijf jij wel eens anders op social media?

 

Gerelateerde berichten

  • Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast

  • Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken

  • Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was

  • “Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger,