“Morgen kans op sneeuw. Lokaal kan er 5 tot 6 centimeter vallen”, hoor ik de weerman op maandag aankondigen. Terwijl anderen beginnen te glunderen bij het horen van deze weersvoorspelling en zich voorbereiden op de winterpret, start ik met plannen om me te wapenen tegen de kou. Met mijn nieuwe winterjas en das van 86 centimeter breed en 191 centimeter lang laat ik me vanaf nu buitenshuis alleen nog maar met een half verscholen gezicht zien.
Dat heeft te maken met je sterrenbeeld, heb ik ooit eens gehoord. Als je bent geboren in de zomer, houd je van de zomer en juist niet van de winter. Als je bent geboren in de winter, houd je juist meer van de winter. Geen idee of dat het is maar het zou verklaren waarom ik een koukleum ben. Koude voeten, statische haren en schrale handen. Ik heb er bij vorst altijd last van.
“Het hoort er bij. Dan kunnen we ook zeggen dat we winter hebben gehad”, hoor ik een ouder op het schoolplein zeggen. Ja, dat zal best maar als we geen winter hebben gehad, hoor je mij echt niet klagen, antwoord ik hem rillend. En zelfs dat rillen en klappertanden van de kou schijnt een functie te hebben. Daarmee maakt het lichaam warmte aan in de spieren. Al moet ik daar altijd wel heel erg lang voor rillen en klappertanden voordat ik me een beetje warmer voel. “Het is onnatuurlijk als het in de wintermaanden 10 graden is”, zegt een andere winterliefhebber. Ook dat geloof ik meteen maar met vorst en sneeuw doe je mij gewoon geen plezier hoewel ik ook geniet van het beeld van een landschap volledig gehuld in sneeuw. Maar dan wel als ik zelf binnen zit. “Je moet jezelf één keer per week onderdompelen in ijswater. Daarmee train je je lichaam om jezelf warm te houden”, beweert mijn man. Hij loopt op zaterdag, slechts gekleed in zwembroek, met een stel dorpsgenoten de IJssel in en heeft het inderdaad nooit, maar dan ook echt nooit koud. Ik huiver al bij het idee.
Als ik op vrijdagochtend op de radio hoor dat het gaat regenen en de dooi inzet, maak ik een klein vreugdesprongetje. Een paar graden boven nul is voor mij voldoende winter.
Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast
Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken
Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was
“Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger,
