“Die lampjes geven mooie licht. Mijn vrouw vindt ze geweldig. Ik vind ze ook mooi, maar ik houd meer van schemer”, zegt de man in de scootmobiel tegen de winkelmedewerker. Blijkbaar is de man zo tevreden over de kerstverlichting dat hij het de medewerker graag wilde vertellen. Maar die is in dit weekend voor pakjesavond zo druk met vragen beantwoorden van tientallen klanten en vakken bijvullen dat hij nauwelijks acht slaat op het compliment van de klant.
“Mag ik ook een keer op Amerigo rijden?”
Ik ben nog lang niet bezig met kerst, ook al komen er links en rechts al wel uitnodigingen voorbij voor borrels en etentjes. Bij ons in huis heerst al weken de goedheiligman. Misschien was ik er zelf wel debet aan door in de herfstvakantie met onze dochters al de nieuwe sinterklaasfilm in de bioscoop te bekijken. Een geslaagd avontuur want na afloop kreeg ik de vraag of we de film even konden terugspoelen. Daarmee had de hoogbejaarde Spanjaard definitief en al vroeg zijn intrede gedaan in ons huis.
In de weken daarna nam de vijf december-koorts verder toe met tal van speelgoedfolders in onze brievenbus, tv-reclame van het nieuwste speelgoed, de landelijke intocht op televisie, een week later de intocht bij ons in de buurt en niet te vergeten het Sinterklaasjournaal met good old Dieuwertje Blok. Bijna elke dag zaten ze er klokslag 18.00 uur klaar voor om te zien hoe de traditionele pieten werden aangevuld met nieuwe roetveegpieten, hoe Piet Snot werd verstoten uit de groep, en hoe Malle Pietje zijn flauwe maar voor kinderen o zo leuke grapjes eindeloos aan zijn collega-pieten en aan Sinterklaas probeerde te slijten. Het dagelijkse nieuws uit het kasteel van Sinterklaas werd haast een soap waarbij in ieder geval drie jonge meisjes totaal opgingen in het verhaal. Al een paar weken ontwaken ze ’s morgens nog eerder dan normaal en luiden hun eerste woorden niet iets in de trant van goedemorgen mama maar: “Mag ik ook een keer op Amerigo rijden?” Of “Ik vind het zo zielig voor Piet Snot.” Ja, de impact van zo’n witbebaarde man met zijn tabberd is enorm. Tegelijkertijd is de spanning die je op hun gezichtjes kunt aflezen in de aanloop naar pakjesavond weer aandoenlijk, is het hartstikke gezellig om dit kinderfeest met de familie te vieren en eet ik zelf ook maar al te graag mee van alle pepernoten, schuimpjes, chocoladeletters en gevulde speculaas dat in hun kinderhandjes of in ons boodschappenwagentje beland. Maar een beetje rust in huis, vooral ook ’s morgens vroeg, is na al die weken ook meer dan welkom. Nog even en dan stapt de beste man met zijn gevolg weer op de boot richting Spanje en zing ik luidkeels mee: Dag Sinterklaasje, dáág, dáág, dáág, dáág zwarte piet.
Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast
Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken
Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was
“Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger,
