Je leest niet zo vaak over hem maar als hij in de krant of in een magazine staat, trekt zijn verhaal om de een of andere reden wel altijd mijn aandacht. Dat kan je toeschrijven aan de journalisten die het artikel schrijven en met de kop en het intro mij verleiden tot lezen. Of aan de fotografen die hem treffend op beeld vastleggen. Of de combinatie ervan. Maar eerlijk gezegd denk ik dat het gewoon zijn ervaring is waarover ik wil lezen en meer wil weten. Want als je 607 dagen gegijzeld hebt gezeten, doet dat wat met je en verandert dat je als mens. En dat intrigeert me.
Arjan Erkel had maandenlang opgesloten gezeten in een hok van anderhalf bij twee meter in gezelschap van insecten, muizen en slakken. “Wegkwijnend in dat donkere hokje ben ik door diepe dalen gegaan. Soms was al mijn hoop vervlogen en dacht ik dat ik er niet levend uit zou komen”, lees ik terwijl ik me probeer voor te stellen hoe dat eruit moet hebben gezien. Ik snap dat hij na zijn vrijlating niet meer hetzelfde werk wilde doen maar sterk gehecht raakte aan zijn vrijheid. Hij besloot te ondernemen, zelf dingen op te zetten en zijn eigen tijd in te delen. Tot zover kan ik hem volgen. Als je zo de dood in de ogen hebt gekeken, is vrijheid een onvoorstelbaar groot goed, lijkt me. Zo groot dat je na je vrijlating bij aankomst in Nederland de grond wil kussen. Daar kan ik me ook nog wat bij voorstellen. Maar Rotterdammer Erkel kon het zelfs na zijn ingrijpende ervaring niet opbrengen om dat op Schiphol te doen en wachtte nog even totdat hij op Rotterdam Airport was geland. Daar haak ik af en dat heeft niets met een gebrek aan voetbalkennis te maken.
Ik geniet als ik lees en van dichtbij hoor dat de derby Keijenburgse Boys tegen Pax soepel is verlopen. Natuurlijk was er vuurwerk, veel vuurwerk zelfs. En natuurlijk was er spanning en stond de eer op het spel. Als een voetbalwedstrijd tussen twee naastgelegen dorpen meer dan duizend toeschouwers op de been brengt, jong en oud plezier en een onvergetelijke dag bezorgt (terwijl de wedstrijd maar negentig minuten duurt), de thuisclub er onnoemelijk veel geld aan verdient en de bestuurders van de clubs om die redenen hopen dat ze vaker tegen elkaar mogen spelen, dan denk ik: zo kan het gelukkig dus ook.
Al sinds de aanleg van de tweede grote parkeerplaats in ons dorp, ergens eind vorig jaar, geeft het aanblik me een troosteloos beeld. Een enorm plein met zogenaamde grasstenen met vooraan een milieuparkje en aan alle kanten omgeven met gras. Hoog gras. In het begin dacht ik dat ik geduldig moest wachten; het zou vast
Weken geleden hadden we al afgesproken om ernaar toe te gaan. “Want de laatste keer dat we er waren, mochten we zelf stemmen wie er moest winnen”, gaf onze oudste als argument. En juist dat maakt de optocht in Baak zo leuk voor kinderen. Zelf vind ik deze optocht altijd de moeite van het bekijken
Ik strek mijn benen en zie dan dat de zool van mijn rechtergymp iets loslaat. Automatisch frunnik ik er met mijn vingers aan, alsof het daardoor weer vastzit. Ik laat het voor wat het is en strek mijn benen weer. De zondagochtendzonnestralen verwarmen mijn huid. Heerlijk. Tevreden kijk ik naar de mand vol opgevouwen was
“Zo, jullie zijn er mooi op tijd bij”, zegt de gastvrouw als ze vlak na openingstijd al vier geschminkte kindergezichtjes ziet. We waren inderdaad mooi op tijd gearriveerd bij de fruitboerderij en de kinderen lieten zich direct schminken. Ze waren de eersten van die dag en werden in een paar minuten kleurrijk omgetoverd tot tijger,
